belang

{{belang}}{{/term}}

1 [algemeen]intérêt 〈m.〉

2 [waarde] importance 〈v.〉

♦voorbeelden:

1   het algemeen belang • l'intérêt public

     in zijn eigen belang handelen • agir en fonction de ses intérêts

     iemands belangen behartigen • défendre les intérêts de qn.

     belang bij iets hebben • avoir intérêt à qc.

     belangen hebben in een onderneming • avoir des intérêts dans une entreprise

     belang stellen in iets, iemand • s'intéresser à qc., qn.

     geen belang meer stellen in • se désintéresser de

     in het belang van de zaak • pour le besoin de la cause

2   van het grootste belang • de la plus haute importance

     belang hechten aan • attacher de l'importance à

     van belang zijn • importer

     dat is van geen enkel belang • cela n'a aucune (espèce d')importance

     het is van belang dat • il importe que 〈+ aanvoegende wijs〉

     het is van belang om • il importe de 〈+ onbepaalde wijs〉

¶   het was een drukte van belang • il y avait un monde fou

Deens-Russisch woordenboek. 2015.